De oude Groesbeekse...



Een verhaal als dit is lang geleden al een keer geschreven door Pieter de Wildt, in de Golfpost die toen nog een glossy was. Ook Herman Berteler relateert in zijn mooie Flora en Fauna stukjes over 40 jaar het Rijk aan de Oude Groesbeeksebaan.
De voornaamste reden dat ik met jullie een rondje van 18 holes op de oude Groesbeeksebaan wil lopen, heeft met de WAW te maken. Ik speel die zoveel mogelijk. Er doen veel leden mee die de Groesbeeksebaan alleen als Noord-Oost-Zuid kennen. Dat is natuurlijk ook al 15 jaar de Groesbeeksebaan.
Als we tijdens een WAW op de Groesbeeksebaan (vooral Zuid) lopen, heb ik het er wel eens over: De oude Groesbeeksebaan. Ik vertel met plezier hoe die baan liep vóór de uitbreiding met 10 holes. En hoe mooi die was. Als ik vertel dat ik nog een oude scorekaart heb hoor ik steevast: “oh, leuk! App me die straks even!”.
Om en om
Tot de uitbreiding in 2010 hadden we twee banen: De Nijmeegse en de Groesbeekse. Je kon eigenlijk alleen maar starten bij het Marshall-huisje, op Nijmeegse 1 of Groesbeekse 1. De ene dag hadden wij de Nijmeegse en had de BV de Groesbeekse. De volgende dag was het andersom. Heel eenvoudig.
Op ‘onze’ baan stond die dag de ballenspiraal. Precies als een reserverings-app, maar dan analoog en efficiënt: je gooit jouw bal achteraan in de spiraal en als die vooraan komt te liggen, pak je hem eruit en mag je starten. Dat duurde doorgaans nooit langer dan een halfuur, behalve misschien in het weekend op prime time.
Starten op Nijmeegse 10 mocht eigenlijk nooit. Nou ja, heel vroeg misschien als er nog niemand op Nijmeegse 9 te zien was. Of in de avond als de Marshalls naar huis waren.
De oplettende lezer heeft natuurlijk allang gezien dat starten op Groesbeekse 10 echt niet kon: Die lag totaal aan de andere kant van ons immense terrein, waar nu Zuid 3 ligt.
Hoe liep de oude Groesbeeksebaan dan?
Laten we een rondje lopen
Hole 1 is gewoon Noord 1. Bij mijn weten is daar niets aan veranderd. Behalve natuurlijk het mooi maken, bijplaatsen, verwijderen of aanscherpen van bunkers, net als op veel andere holes gedaan is in de loop der jaren. Dat zal ik ook niet meer noemen in dit verhaal. Hole 1 was en is nog steeds een vriendelijk begin. Zo mogen alle banen beginnen: Je rekent stiekem op een par, toch?
Maar dan…
Hole 2 was Noord 2 en (tot ongeveer 2001) een par 4. Ja echt. Van precies dezelfde tee, met precies dezelfde green, maar dan een par 4. Van 415 meter van geel/wit en 372 meter van rood. Omhoog! Het lastige broertje van Nijmeegse 4 dus. In die tijd kon waarschijnlijk alleen Robert-Jan en een handjevol andere spelers die green in 2 slagen halen. De totale par van de Groesbeeksebaan was 71, dus werd er al snel een stickertje met een 5 over de 4 geplakt.
Hole 3 is niet Noord 3. Nee, we gaan na hole 2 eerst even rechtsaf, naar Zuid 2. Weer geen makkie natuurlijk. Deze afslag is voor velen nog steeds een “Angstgegner”. Hole 2 aan de overkant van de Postweg behoorde tot dezelfde baan. Dus kwam je bal daar, dan was die regeltechnisch niet out of bounds! Als je deze hole héél vet slicete, mocht je door twee hekken kruipen, zoeken, vinden en verder spelen. Slicete je slechts een beetje en lag je op de Postweg: helaas Out of bounds. Dat was natuurlijk niet fair, dus dat is aangepast.
Na Zuid 2 komt Zuid 1 en dat is dus Hole 4. De oude Groesbeeksebaan had dus – op hole 1 na – écht geen makkelijk begin. Ook deze hole is hard werken!
Hole 5 is de par 3 die nu Noord 3 is, net als alle voorgaande holes is ook die niet veel veranderd.
We gaan verder naar Hole 6, dat is Noord 9. Noord 4 tot en met Noord 8 (en Oost 4 tot en met Oost 8) was toen nog allemaal weiland. Deze hole was wel anders. De green lag verder weggestopt in de hoek linksachter en daardoor 25 meter langer. Ook kon je nog voor de green langs lopen naar hole 7.
Hole 7 zie je wel aankomen: dat is Oost 1. Maar de tee lag wel op een andere plek. Achter de blauwe tee, dus zo’n beetje waar het bankje nu staat. Daardoor oogde de vijver groter en enger. Maar dat is misschien omdat ik toen nog een beginner was…
Hole 8 is Oost 2, maar minder volgroeid. Het gordijntje dat nu bijna dicht is (zo zie ik die twee bomenrijen) was wat verder open. En een flink stuk lager. Ikzelf kon het niet, maar menig ‘gewone’ speler durfde en kon eroverheen. De bunkers lagen er toen ook al, dus het was risicovol. Soms werd dat risico beloond. Jarenlang stond er op het bord dat Adrian Morley tijdens een officiële wedstrijd een hole in one maakte op die hole, van wit uiteraard.
Saai!
Als je denkt: “Dit is saai Menno, we kennen die holes toch allemaal!”… Bear with me. Want nu gaat er veel veranderen!
Hole 9 is uiteraard Oost 3, maar wel anders. Mooier! De fairway was langer rechtdoor. Hij was ook langer hoog. Zo’n beetje tot en met wat nu green Oost 8 is. En hij was ook voorbij het bosje van de Baron smal. Want het dal dat er nu ook nog is, was de hindernis. Daar stond het gras kniehoog en wilde je niet in liggen! De vijver lag meer naar links. Ook toen was het een moeilijke hole.
Hole 10 is Oost 9, maar ook anders. Zowel de green als de tee zijn vervangen. De fairway is vlakker en breder gemaakt en de bunker links voor de green is weggehaald. Hij was 188 meter van wit, 181 van geel en 152 van rood. Het diepe dal aan de rechterkant doemde toen veel sterker op als hindernis.
Hole 11 was een ongeschreven starthole, voor wie aan de aandacht van de Marshalls wist te ontsnappen. Nu Zuid 3 maar wel veel anders. De green lag namelijk 20 meter dichterbij en die grote bunkerpartij was er niet. Ter hoogte van de achterkant van wat nu de huidige green van Zuid 3, lag toen de afslag van hole 14.
Maar eerst gaan we naar Hole 12. Dat is precies Zuid 4, ook toen al een moeilijk goed te raken fairway, vooral voor wie écht ver kon slaan. De longhitters kozen toen ook voor de fairway van hole 13.
Die Hole 13 is niks veranderd. Behalve misschien dat in mijn herinnering de rododendrons huizenhoog stonden. Maar dat is vast omdat ik daar toen regelmatig een bal in weg hookte of slicete.
Dan gaan we naar Hole 14. Die kennen we nu als de par 3 van Zuid 6, maar dat was toen een par 4. Met een geweldige (gevaarlijke!) blinde afslag. Vanaf het achterste deel van wat nu de green van Zuid 3 is. De fairway liep blind omhoog en daarna flink omlaag. De tweede slag was daardoor altijd kort: Een birdie hole van 313 meter van geel en 265 van rood. Voor de goeie jongens en meiden was dit een driveable par 4.
Tel je mee? Komen we er eentje tekort? Klopt.
Hole 15 is verdwenen. En ook echt niet meer te zien. Als je tussen de green van Zuid 6 en de witte tee van Zuid 9 gaat staan, stel je daar dan een tee voor. Kijk dan naar boven, tussen Zuid 9 en Zuid 6… Daar lag de green van hole 15, een uitdagende par 3. Voor geel 145 meter. Flink omhoog, met links en rechts van de green schuine wanden die naar de green toe liepen. Die pittige green had drie plateaus. Lag je er een plateau te hoog, reken dan maar op een drieputt!
Waarom hij opgeofferd is, is voor velen een raadsel. Waarom er 10 in plaats van 9 holes bijgebouwd zijn evenzo. Natuurlijk: “36 – 1 + 10 = 45” maar “36 + 9” was dat ook geweest. Je snapt, ik mis hole 15 heel erg. En 17 nog meer, maar die komt zo.
We gaan naar Hole 16. Een lastige par 4. Daarvoor slaan we af op een tee die er niet meer is: Vlak naast de tee van hole 12 (Zuid 4), ook in dat dassenbuchtgebied. Onze drive komt uit op de fairway van Zuid 9 en dat is ook de green van deze par 4.
Dan komen we bij Hole 17. Menig lid pinkt er af en toe een traantje om traantje weg. We slaan af op de witte tee van wat nu de par 3 Zuid 8 is. Dan komen halverwege die par 5 uit waar nu ongeveer de mooie green van Zuid 8 ligt. Daar ongeveer lag een grote bunkerpartij. We slaan onze tweede slag helemaal naar beneden de flessenhals in. Want ter hoogte van waar nu de witte tee van Zuid 9 ligt, lag toen een bunkerloze green. Andersom dus!
Hole 17 was 440 meter van geel en wit en 408 van rood. Voor veel spelers haalbaar in 2, want hij liep het tweede deel flink naar beneden. Ik weet het van één keer nog heel goed. Handicap 25 ongeveer en in twee op de green. Een meter of 10 van de cup. Drieputt voor par.
Dan blijft er nog maar één hole over: Hole 18. Dat is gewoon Zuid 7. Naar mijn smaak een van de moeilijkste die we hebben. Lang, blind, omhoog, schuin. En een green met verschillende plateaus. De ideale slothole. Om een heel mooie scorekaart te verkloten, of om in matchplay de wedstrijd te keren.
We zijn klaar. We lopen door het bos terug, maar wel via een ander paadje dan nu. Dat start bij de green van hole 18 en komt uit bij hole 2 van het Siepke. Dan moet je nog één keer klimmen, voor het terras langs. Helemaal afgepeigerd zag je je vrienden al aan een biertje zitten, die aan jouw manier van lopen konden zien of het een goede ronde was, was, of dat je toch de vriendelijkere Nijmeegsebaan had moeten spelen…
Groesbeeksebaan was makkelijker
De Groesbeeksebaan werd als gevarieerder ervaren, én als lastiger. Maar dat was hij op papier niet: De Slope Rating (SR = de moeilijkheidsgraad voor bogeyspelers) van de Nijmeegse was voor geel 126, de Groesbeekse 123. De Nijmeegse was dus een fractie lastiger. De gemiddelde moeilijkheidsgraad is overigens 113.
De Course Rating (CR = hoeveel slagen heeft een scratch speler nodig) van de Nijmeegsebaan was voor geel 70.3 en voor de Groesbeekse 69.8.
Even rekenen levert dat je in bijna alle gevallen 1 slag minder kreeg op de Groesbeeksebaan. Maar de Groesbeekse was met 5717 meter van geel 293 meter korter dan de Nijmeegse met 6010 meter. Dat is wel meer dan een slag. Plus, we kennen de glooiingen!
Zuid is wel echt moeilijk, toch?
Ja dat klopt zeker. Want van de oude Groesbeeksebaan zijn de holes met stroke index 1, 2, 4, 6, 7 en 8 nagenoeg onveranderd in Zuid terecht gekomen.
Groet,
Menno Gulpers.